Een trauma is een nare gebeurtenis, maar wat is precies de scheidslijn tussen een slechte ervaring en een traumatische ervaring?
In clinische EFT workshops (emotional freedom techniques), gebruiken wij 4 criteria voor het beschrijven van een traumatische ervaring:
Het is duidelijk dat bij een auto-ongeluk, een verkrachting, of een fysieke aanval wel aan de criteria komen van een traumatische gebeurtenis. Alhoewel veel ervaringen vanuit je jeugd, die je nauwelijks herinnert mogelijk ook een bijdrage hebben aan trauma.
Er zijn veel voorbeelden van.
Bijvoorbeeld een vrouw, 45 jaar en psychotherapeute die een EFT workshop bijwoont.
Ze vertelt dat toen ze opgroeide, ze heel erg tegen haar broer opkeek. Maar hij was best hard met haar in de omgang. Hij was 6 jaar ouder dan zij. Op een dag, toen was ze 3 en hij 9 jaar, wilde hij een worstel wedstrijd doen met haar. Hij won en lag boven op haar. Ze kon niet meer ademen en raakte in paniek. Hij lachte gewoon bij het zien van haar paniek. Zij raakte bijna bewusteloos toen hij eindelijk van haar af rolde. Zij begon oncontroleerbaar te huilen. Haar moeder kwam de kamer binnen en zij probeerde haar uit te leggen wat er gebeurde. Hij (haar broer) vertelde hun moeder dat er niks bijzonders gebeurt was en gaf aan dat ze gewoon een huilebalk was. Toen zei de moeder tegen haar; ,,Grote meiden, huilen niet".
Deze gebeurtenis tikt alle 4 de criteria aan van een traumatische gebeurtenis, volgens de clinische EFT.
De meeste mensen hebben wel gelijke gebeurtenissen in hun jeugd ervaren die deze criteria hebben. Sommige hebben er veel, andere hebben er maar een paar van dit soort gebeurtenissen.
Tijdens EFT werken we vaak aan de heling van de emotionele impact van deze gebeurtenissen.
Het kan een verassend "kleine" negatieve ervaring betreffen om een kind te traumatiseren. In een serie van studies genaamd "the Still face" experiment van Harvard psychiater Edward Tronick, werd het effect onderzocht van een kind waarvan de ouders zich emotioneel onttrokken (Tronick, Als, Adamson, Wise en Brazelton, 1979;Tronick, 1989). Hij gaf de opdracht aan de moeder van de baby van ongeveer 6 maanden oud, om haar gezicht onbewogen te houden in plaats van interactie te maken met haar baby. Wanneer de moeder haar gezicht onbewogen hield voor een korte periode, in plaats van constant interactie van gezichtsuitdrukkingen (die we onbewust continue gebruiken voor connectie) hadden de baby's dat meteen door. Wanneer de baby's geen gezichtscommunicatie ontvingen van hun moeder binnen 2 minuten, werden ze in toenemende mate geïrriteerd. Daarna verdrietig en uiteindelijk begonnen ze te bewegen in een ongecontroleerde wanhoop. Terwijl de moeder niks deed om de baby te pijnigen. Louter de intrekking van connectie was genoeg om extreem emotionele stress te produceren.
Baby's kunnen hun eigen emotionele staat niet reguleren, laat staan hun hartritme, hormoon levels en hun zenuwstelsel activiteit die samen gaat met emoties (van der kolk, 2014,p.112). Ze zijn afhankelijk van aanwijzingen van volwassenen om hen heen om die regulatie te produceren. Hechting produceert een stabiel hartritme en een laag level van stresshormonen. Een onderbreking van de connectie met hun zorgdragers produceert pieken van stresshormonen, als ook een disregulatie van het zenuwstelsel en hartritme.
Tronick's werk laat zien dat het niet noodzakelijk is om te slaan of te mishandelen om een jong kind te beïnvloeden. Het simpel afwezig zijn van emotionele geruststellende aanwijzingen van zorgdragers kan al traumatisch zijn.
Met andere woorden je kan uit een heel liefdevol gezin komen of een heel gelukkige jeugd hebben, maar
Het kan een verassend kleine disconnectie zijn van vader of moeder om een jong kind van streek te maken.